Evelyne Dendoncker,
Lize Spit & Thomas Gunzig

Een octopus heeft drie harten

die zich verliezen
in een oeroud handschrift van zwart zaad.

De zee komt tot inkeer na de daad
van eb en vloed en eb en vloed - 
scholen vissen springen uit hun schubben.

Een octopus in zijn solitaire jacht
op tepelhoorn en bloedkoraal, vangt
achteloos een weinig licht in de armen.

Wie leert onze kinderen, lauwe zee-egels
in de moederschoot, op de sterren varen?

Zwaardvissen heffen een strijdlied aan.
De schemering sleept haar anker
door het diepe blauw van hun gezangen

en als de een na de ander zwijgt,
valt de nacht op de bodem van de zee.